Skip to main content

Pensioenplan

Als u werkt in de verhuissector (paritair comité 140.05), hebt u recht op een pensioenplan. Daarmee kan u:

  1. een extra pensioen opbouwen (deel 1 van het pensioenplan: ‘aanvullend pensioen’)
  2. een (éénmalige) tegemoetkoming voor de begunstigden bij uw overlijden. Bovendien bouwt u het aanvullend pensioen verder op bij arbeidsongeschiktheid en werkloosheid (deel 2: ‘solidariteit’

Wat is een aanvullend pensioen?

In België zijn er 3 vormen van pensioen(sparen). Dat noemen we de 3 pijlers:

  1. Elke werknemer in België krijgt een wettelijk pensioen van de overheid (1ste pijler):
  2. Daarnaast kan u via de sector een aanvullend pensioen opbouwen. Het Sociaal Fonds regelt dat pensioenplan en betaalt de bijdragen (2de pijler);
  3. Tot slot kan u zelf nog aan pensioensparen doen via een bank of verzekeraar (3de pijler).

Als u met pensioen gaat, ontvangt u elke maand uw wettelijk pensioen. Daarnaast ontvangt u een aanvullend pensioen via het pensioenplan (sector) en eventueel via het individueel pensioensparen. Dat is een éénmalig bedrag dat u ontvangt zodra u met pensioen gaat.

Uw aanvullend pensioen: ‘het sociaal sectoraal plan’ (2de pijler)

Het pensioenplan of ‘sociaal sectoraal plan’ bestaat uit:

  • alle bijdragen die het Sociaal Fonds betaalt om uw aanvullend pensioen op te bouwen
  • uw ‘rendement’: intresten op het bedrag dat u spaart (uw kapitaal)
  • ‘winstdeelname’: de verzekeraar betaalt u een deel van zijn winst

Een overzicht van de bijdragen, rendementen en winst(deelname) vindt u op de pensioenfiche die u kan bekijken op My Pension.

Hoe kan u zien hoeveel aanvullend pensioen u krijgt?

Via de pensioenfiche. Daar vindt u deze informatie:

  • hoeveel bijdragen het Sociaal Fonds dat jaar betaalde;
  • hoeveel spaargeld u krijgt op de leeftijd van uw pensioen, indien u nu geen premies meer zou betalen;
  • hoeveel spaargeld u hebt op 1 januari van dat jaar;
  • hoeveel spaargeld u had op 1 januari van het vorige jaar.

Wanneer krijgt u het aanvullend pensioen?

Wanneer u met wettelijk pensioen gaat.

Gaat u na het wettelijk pensioen opnieuw werken in de sector? Dan wordt u niet meer aangesloten bij het pensioenplan.

Maar: was u al met pensioen vóór 1 januari 2016 en was u toen opnieuw tewerkgesteld in de sector? Dan blijft u verder aangesloten bij het pensioenplan als uw arbeidscontract niet onderbroken wordt.

Wanneer kan u toch vroeger uw aanvullend pensioen ontvangen?

1. Als u 55 jaar of ouder was in 2016:

  • als u 55 jaar was in 2016: vanaf 63 jaar
  • als u 56 jaar was in 2016: vanaf 62 jaar
  • als u 57 jaar was in 2016: vanaf 61 jaar
  • als u 58 jaar of ouder was in 2016: vanaf 60 jaar

Dat kan alleen als u niet langer werkt in de sector!

2. Als u ontslagen bent na 55 jaar en toetreedt in het stelsel van SWT (voorheen brugpensioen) dat kadert in een herstructureringsplan bestaande op 1 oktober 2015.

Hoe vraagt u het aanvullend pensioen aan?

  • Gaat u met pensioen op de wettelijke pensioengerechtigde leeftijd? Dan hoeft u zelf niets te doen. Wij verwittigen de pensioeninstelling.
  • Gaat u met pensioen na de wettelijke pensioengerechtigde leeftijd? Dan verwittigt u zelf het Sociaal Fonds of de pensioeninstelling.

De verwerkingstijd van uw dossier bedraagt een 6-tal maanden.

Wat als u vóór uw pensioen overlijdt?

Het sectoraal pensioenreglement voorziet dat in geval van vroegtijdig overlijden de opgebouwde reserve uitbetaald wordt aan de begunstigde(n) van de overledene.

Voor meer informatie, kijk onder het menu-item “Tussenkomsten en vervolgens onder “Premie overlijden“.

Krijgt u het geld in één keer of in stukken?

1. U kan uw aanvullend pensioen ontvangen als kapitaal: u krijgt het volledige bedrag in één keer. Op dat bedrag moet u belastingen betalen:

  • bijdrage voor het RIZIV
  • solidariteitsbijdrage
  • bedrijfsvoorheffing
  • gemeentebelasting: verschilt van gemeente tot gemeente

Als u overlijdt, worden dezelfde belastingen en bijdragen afgetrokken als hierboven.

Wanneer uw echtgenoot/echtgenote of uw kind(eren) jonger dan 21 jaar het aanvullend pensioen ontvangen, dan zullen er geen successierechten moeten betaald worden. Ontvangt iemand anders het aanvullend pensioen? Dan betaalt die wel successierechten.

2. U kan uw aanvullend pensioen ontvangen als rente: u krijgt elk jaar een deel van het aanvullend pensioen. Dat moet minstens 500 euro per jaar bedragen, geïndexeerd.

Dezelfde sociale bijdragen en belastingen worden afgetrokken als bij kapitaal. Bij rente betaalt u wel nog een extra belasting. Dat gebeurt via uw personenbelasting. U krijgt daar ieder jaar een fiscale fiche voor.

Wat als u niet meer in de sector werkt?

Werkt u niet meer in de verhuissector? Dan betaalt het Sociaal Fonds geen bijdragen meer voor u.

U kan dan uw opgebouwde spaargeld:

  1. overzetten naar het pensioenstelsel van uw nieuwe werkgever ➜ Verwittig uw nieuwe werkgever
  2. overzetten naar een gemeenschappelijke pensioenkas ➜ Verwittig een gemeenschappelijke pensioenkas die wettelijk erkend is
  3. bij de pensioeninstelling laten staan. U krijgt dan geen bijdragen meer. U krijgt het opgebouwde spaargeld wanneer u met pensioen gaat ➜ Verwittig de pensioeninstelling

Reageert u niet? Dan blijft uw opgebouwde spaargeld bij de pensioeninstelling staan (keuze 3).

Werkt u later opnieuw in de sector?

Dan hoeft u niets te doen. Uw opgebouwde spaargeld zal opnieuw verder aangroeien.

Wat als u onder een andere CAO valt?

Blijft u werken bij uw werkgever, maar valt uw nieuwe functie onder een andere CAO (collectieve arbeidsovereenkomst)? Dan worden er geen bijdragen meer voor u betaald. U behoudt wel uw opgebouwde spaargeld wanneer u met pensioen gaat.

Wat als er betwistingen zijn rond het pensioenplan?

Het Sociaal Fonds baseert zich:

  • op het reglement van het sociaal sectoraal pensioenplan
  • op de collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) die het pensioenplan uitvoert

Wat is het solidariteitsgedeelte in het pensioenplan?

Als u werkt in de verhuissector (paritair comité 140.05), hebt u recht op een aantal bijkomende voordelen bovenop uw aanvullend pensioen:

  • Een premie als u vóór uw pensioen overlijdt (dekking overlijden)

Als u overlijdt vóór de dag dat u met pensioen gaat, krijgen de erfgenamen een ‘bijkomend kapitaal overlijden’. Dat geld komt bovenop het kapitaal dat u tot dan hebt gespaard voor uw aanvullend pensioen.

  • Storting van de bijdragen (pensioenplan) blijft verderlopen wanneer u arbeidsongeschikt bent (dekking premievrijstelling)

Bent u langer dan één jaar arbeidsongeschikt? Dankzij de dekking ‘premievrijstelling’ bouwt u het aanvullend pensioen vanaf het 2de jaar arbeidsongeschiktheid toch verder op. Net alsof u was blijven werken.

  • Storting van de bijdragen (pensioenplan) blijft verderlopen als u tijdelijk werkloos bent (dekking werkloosheid)

Wanneer u bij een bedrijf in de sector werkt en tijdelijk werkloos bent, bijvoorbeeld om economische redenen, door slecht weer,… dan bouwt u uw aanvullend pensioen verder op. Net alsof u was blijven werken.

Net zoals bij het pensioenplan hoeft u voor dit solidariteitsgedeelte zelf niets te doen.

Hoe lang heeft u recht op de voordelen van het solidariteitsgedeelte?

Vanaf de datum dat u werkt in de sector tot wanneer u de sector verlaat:

  • omdat u in een andere sector gaat werken, of
  • omdat u met brugpensioen gaat, of
  • omdat u met pensioen gaat, of
  • omdat u overlijdt.